
Romée Verbeeck Ghoos begon op zesjarige leeftijd met vioolspelen. Op haar veertiende werd ze toegelaten aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag, afdeling ‘School voor Jong Talent’. Kort daarna kreeg ze de kans om verder te studeren bij Docente Coosje Wijzenbeek aan de Sweelinck Academie van het Conservatorium van Amsterdam. In 2019 werd ze toegelaten bij Docent Yossif Ivanov aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waar ze vijf jaar studeerde.
Tijdens haar studie aldaar volgde Romée ook privéles bij oud-concertmeester Dimitri Ivanov, die vandaag de dag nog steeds haar Docent is. In 2024 werd ze toegelaten bij Maestro Francesco Manara aan de l’Accademia di Musica in Pinerolo. Vanaf oktober 2025 zal ze daarnaast verder studeren bij Docent Sergey Khachatryan.
Sinds 2024 volgt Romée jaarlijks vaste masterclasses bij Professor Olivier Charlier (CNSM, Parijs). In 2020 kreeg Romée een intensieve vierdaagse training in Beethovens vioolsonates met studenten van de Menuhin School London. Romée speelde op het respectabele ‘Festival Next Generation’ in Bad Ragaz (Liechtenstein). In 2021 ontving ze een beurs aan de Académie International d’été de Nice.
In Januari 2024 mocht ze een masterclass volgen aan de l’Accademia di Musica in Pinerolo bij Solist Sergey Khachatryan en in november 2024, tijdens het ‘Echo Arts Music Festival’, mocht ze opnieuw intensieve masterclasses ontvangen van hem. In Augustus 2024 werd ze toegelaten tot een masterclass van Maestro Giovanni Angeleri aan de Fondazione Musicale Masiero e Centanin in Arqua petrarca.
Romée speelt op een viool die in 1925 is gemaakt door de Nederlandse vioolbouwer Max Möller. Ook haar strijkstok is van de hand van Möller. Beide werden haar ter beschikking gesteld door Strings For Talent, een fonds onder auspiciën van de Koning Boudewijnstichting.

Guillaume Max Möller (alias Max Jr.,1915-1985 Amsterdam) was een Nederlandse meesterbouwer uit Amsterdam.
Möller werd als luthier opgeleid door zijn vader, Paul Max Möller (1875-1948). Ook volgde hij een opleiding aan de Staatliche Berufsfachschule für Musikinstrumentenbau Mittenwald. Möller was in dienst bij Amédée-Dominique Dieudonné (1890- ) en Charles Enel (1880-1954). In 1935 verhuisde hij naar New York om met Simone Sacconi in de werkplaats van Emil Herrmann te gaan werken. Na de dood van zijn vader in 1948 keerde Möller terug naar Amsterdam om het atelier van zijn vader te leiden, waar hij tot Möller’s pensionering in 1980 samenwerkte met de voortgezette ambachtslieden Karl Rutz (1896- ), Jan Santmann (1920-1978) en later Hartmut Leonhardt. Zijn zoon, Berend Max Möller (1944-1989), volgde hem op in het vioolatelier tot hij in 1989 bij een woninginbraak dodelijk werd neergeschoten. Berend’s vrouw, Cornélie, runde de winkel tot 2006. Luthier Andreas Post (geboren in 1956), een meester-vioolbouwer die zijn op
leiding in Mittenwald (1982) had genoten en voor Möller werkte, verhuisde zijn winkel in 2008 naar dezelfde locatie.
Möller won in 1954 de Coupe du Gouvernment de Liège voor een kwartet en was zelf regelmatig lid van wedstrijdjury’s. Naast het schrijven van zijn baanbrekende boek, The Violin-Makers of the Low Countries in 1955, was hij medeoprichter van de Entente des Maîtres Luthiers et Archetiers d’Art (Inzicht in de Meesterlijke Viool- en Strijkstokkenmakerskunst).